Sinds eind jaren zestig en begin jaren zeventig zijn de meeste traditionele luchtfotografiesystemen vervangen door elektro-optische en elektronische sensorsystemen in de lucht en de ruimtevaart. Terwijl traditionele luchtfotografie voornamelijk werkt in het zichtbare licht, produceren moderne remote sensingsystemen in de lucht en op de grond digitale data over het zichtbare licht, gereflecteerde infrarood, thermisch infrarood en microgolfspectrum. Traditionele visuele interpretatiemethoden in de luchtfotografie zijn nog steeds nuttig. Toch bestrijkt remote sensing een breder scala aan toepassingen, waaronder aanvullende activiteiten zoals theoretische modellering van doeleigenschappen, spectrale metingen van objecten en digitale beeldanalyse voor informatie-extractie.
Remote sensing, wat verwijst naar alle aspecten van contactloze detectietechnieken op lange afstand, is een methode die elektromagnetisme gebruikt om de kenmerken van een doelwit te detecteren, vast te leggen en te meten. De definitie werd voor het eerst voorgesteld in de jaren 50. Het vakgebied remote sensing en kartering wordt onderverdeeld in twee detectiemodi: actieve en passieve detectie. Lidardetectie is actief en kan zijn eigen energie gebruiken om licht uit te zenden naar het doelwit en het licht dat ervan wordt weerkaatst te detecteren.